Ventileren

Vooral bij gerenoveerde, dus oudere woningen, is ventileren vaak een ondergeschoven kindje. Daarom maak ik er een aparte pagina voor. Iedereen heeft het erover om te isoleren. Natuurlijk, dat is heel belangrijk. Oudere woningen zijn vaak nog ontworpen met enkel glas, men maakte zich niet zo druk om wat tocht en de verwarming had daarom een groot vermogen. Ik wil dat illustreren met wat meetgegevens van mijn eigen woning. Het eerste jaar dat wij daar (met z’n tweeën) woonden was het gasverbruik ca. 2100 m3 aardgas. Daarna heb ik voorzetramen geplaatst en zakte het verbruik naar ca. 1500 m3. Ik gebruikte voorzetramen, omdat thermopane/ dubbelglas toen voor ons onbetaalbaar was. Verdere acties waren het dichten van kieren met tochtstrippen, het dak verder isoleren en slim gebruik maken van de mechanische ventilatie. Hierdoor zakte het verbruik verder. Ondertussen hadden wij twee mooie dochters gekregen die ook hun energieaandeel nodig hadden. In het seizoen 2017/ 2018 was de (laatste) meting ca. 900 m3, de kinderen waren het huis weer uit.

Als een huis gerenoveerd en verder goed geïsoleerd wordt dan is er geen of weinig tocht meer en dus ook geen verse lucht. Waar moet het immers vandaan komen? Wijzelf hebben dan in de slaapkamer waar geslapen wordt de ramen op een flinke kier staan (kantelstand). Dan is het een goed gebruik, om verschillende redenen, om de deuren dicht te houden. Maar hoe komt er dan verse lucht in de rest van het huis? Toen ik het huis een paar jaar geleden gerenoveerd heb, heb ik overal laminaat gelegd en onder de deuren door laten lopen, dus zonder drempels. (Behalve bij het toilet en de badkamer). Meteen heb ik er toen voor gekozen om de deuren niet aan te laten sluiten maar expres een kier te maken van ca. 1,5 cm. Over de breedte van 90 cm van de deur is er dan een doorgang van 135 cm2. Dit is voldoende om lucht aan of af te kunnen voeren. Met de mechanische ventilatie wordt het huis een beetje onder onderdruk gezet, waardoor er toch verse lucht wordt aangezogen, in dit geval vanuit de slaapkamer. De mechanische afzuiging zuigt de lucht uit de keuken, het toilet en de badkamer, redelijk verdeeld over de woning.

Het nadeel van deze manier is dat de ventilatie ongecontroleerd is. Als de wind op het raam staat blijkt dat de gemeten luchtverversing onder de deur door, 230 m3/ h kan zijn. Dat is zonde natuurlijk omdat alles opgewarmd moet worden.

Voor het toilet en badkamer is er een andere oplossing. Je kunt wel afzuigen maar als er geen kier, dus geen aanvoer is, dan wordt er nog steeds niets ververst. De oplossing daarvoor is een geluiddempend ventilatierooster onder in de deur. Dit lijkt op een soort brievenbus met een schuine sleuf van de voorkant van de deur naar de achterkant. Daarin zit geluiddempend materiaal om ongewenste geluiden te dempen. Door het rooster goed te plaatsen kan je ook niet naar binnen kijken.

Bij bestaande woningen is een WTW (WarmteTerugWin-installatie) soms geen oplossing omdat er dan luchtkanalen (bij-) gemaakt moeten worden en daar is bij de bouw geen rekening mee gehouden. Dat kan dan hak- en breekwerk nodig maken. In het hoofdstuk WTW laat ik zien dat met enige fantasie en compromissen er in ons huis toch een WTW geplaatst kon worden. Zie daarvoor de pagina WTW .

We zijn, bij het onderwerp vocht, tot de conclusie gekomen dat er 12 m3 per persoon geventileerd moet worden vanwege de vochtproductie. Vanwege de CO2 productie hebben we gezien dat er een ventilatie nodig is van 80 m3/ h. (als we uitgaan van een zeer comfortabele CO2 concentratie van 800 ppm) Dat is echter alleen het geval als we alleen dáár ventileren waar de mensen aanwezig zijn.

De praktijk is wél dat de CO2 zich heel snel verdeelt in een ruimte en dat het dan minder belangrijk is waar de lucht weggehaald en vervangen wordt.

De vuistregel is dat je daar moet corrigeren waar de verstoring ontstaat. Bijvoorbeeld in een doucheruimte wordt veel vocht geproduceerd en daar moet je ook ventileren totdat het vocht weg is. Letterlijk haal je dan de vochtige lucht weg en vervangt het door drogere lucht. Vandaar dat een vochtsensor in de doucheruimte gewenst is. Als er veel vocht is kan het toerental van de ventilatie worden opgevoerd.

Bij het koken ontstaat veel vocht. Enerzijds ontstaat dit door de verbranding van aardgas indien aanwezig en anderzijds door de verdamping van water bij het koken. (Het heeft trouwens geen zin om iets hard te laten koken. De temperatuur wordt daardoor echt niet hoger, maar er wordt dan wél aanmerkelijk meer vocht geproduceerd). In dit geval is het belangrijk om het vocht via een afzuiging af te voeren. Een recirculatie afzuiging voert zowel het vocht als de CO2 niet af, maar wel de stank en eventueel de vette lucht die dan door het koolstoffilter geabsorbeerd of vastgehouden wordt. Een extra afzuiging is dan wél nodig. Zoals gezegd, de vuistregel is dat je daar moet corrigeren waar de verstoring ontstaat. Dus idealiter wil je in elke ruimte een afzuiging hebben. De truc die je daarop kunt toepassen is door het huis op een kleine onderdruk te zetten. Zodra ergens een raam of deur een beetje opengaat (kiertje), dan wordt daar de lucht ververst.

Bij laagtemperatuursystemen en in het bijzonder bij wand of vloerverwarming ontstaat hier een probleem. Deze laagtemperatuursystemen hebben nauwelijks of geen convectie; daar wordt ook mee geadverteerd. Convectie ontstaat bij de gratie van temperatuurgradiënten en die zijn er nauwelijks. Er zullen bij ventilatie (open ramen) koudespots ontstaan. Deze zijn redelijk onvoorspelbaar waar deze zich zullen vertonen door de onberekenbare effecten van windsnelheid en windrichting. Er ontstaat weinig of geen menging van lucht. Met radiatoren, en zeker met radiatoren met geforceerde luchtstroom, is er een veel betere menging van lucht. Het is dus van belang om dicht bij de ventilatie ingang, het raam, te corrigeren. Ik zeg het nog maar eens: je moet immers daar corrigeren waar de verstoring ontstaat. Vroeger was het geen probleem, tocht en hoge temperatuur radiatoren hadden veel convectie en menging, evenals bij potkachels en open haarden.

      Normaal gesproken kan je gebruik maken van een ventilatiesysteem die centraal de lucht weg zuigt. Meestal, bij de wat oudere woningen, wordt de lucht uit de keuken, badkamer en het toilet weggezogen. De rest van de ventilatie wordt geregeld door “tocht”. Bij verbeterde woningen is er veel minder tocht en moeten we ventilatie forceren. Zoals eerdergenoemd is bij bestaande woningen een WTW installeren een hele klus.