Bij een standaard cv-ketel verbranden we aardgas. Daar komt uiteraard warmte vrij evenals waterdamp of stoom. Voor het project is het van belang om te weten hoeveel warmte er vrij komt
De verbrandingswaarde, bovenwaarde, van aardgas is 35,17 MJ/ m3. We praten over de bovenwaarde als we ook de waterdamp kunnen laten condenseren.
Dan is het goed om even het verschil tussen bovenwaarde en onderwaarde uit te leggen. Als een gas verbrand wordt, dan wordt er zuurstof verbruikt. Dit gaat een reactie aan met de koolstofmoleculen en ook met de waterstofmoleculen. (Samen de koolwaterstoffen). Dan ontstaat er de bekende CO2 maar ook H2O. H2O is water. Dit zit verstopt in het rookgas. Bij een klassieke cv-ketel verdwijnt dit uit de schoorsteen en bij koud weer is dit te zien als stoom of “rook”. Bij een HR++ cv-ketel wordt deze stoom afgekoeld (gecondenseerd) door er koude lucht langs te laten gaan waardoor deze weer voorverwarmd wordt. Hierdoor ontstaat er water dat vervolgens afgevoerd moet worden. Er is een productie van 1,872 liter water per m3 aardgas. De energie in deze stoom wordt dus ook gebruikt en levert een extra warmte opbrengst op van bijna 10 %. Aangezien de definitie van verbrandingswaarde de vrijgekomen warmte bij volledige verbranding is wordt deze gesteld op 100 %. Als de condensatiewarmte dus extra is, kan het rendement boven de 100 % uitkomen. Het is een kwestie van definitie. Hoe lager de temperatuur van het cv-water, hoe beter de rookgassen gekoeld worden en hoe meer er geprofiteerd kan worden van de condensatie.